Export CITES-plichtige bolgewassen naar het VK
Royal Anthos heeft eerder dit jaar bij APHA, de CITES-autoriteit van het VK, aandacht gevraagd voor de tijdige beoordeling van aanvragen voor CITES-invoervergunningen. Gedurende het exportseizoen bleek dat de afhandeling daarvan veel tijd in beslag nam. Dit had grote negatieve gevolgen voor de logistiek en tijdige levering aan de retail in het VK. Onlangs heeft Anthos van APHA een schriftelijke reactie ontvangen.
APHA geeft in de reactie aan dat ze vanuit hun verantwoordelijkheid als onafhankelijke CITES-autoriteit moeten voldoen aan verplichtingen van de CITES-wetgeving. Daar hoort ook bij dat ze zelf moeten vaststellen dat de handel in CITES-plichtige producten geen bedreiging vormt voor het voortbestaan van de betreffende soort in het wild. De Engelse CITES-autoriteit kiest er daarbij voor dat de aanvrager voor een CITES-invoervergunning in het VK specifieke informatie moet aanleveren over onder meer de productielocatie.
Plannen voor vereenvoudiging
APHA geeft daarbij te kennen dat als ze eenmaal bekend zijn met de aanvragers en de reguliere productstromen, ze niet meer routinematig zullen vragen om teeltgegevens. In dit eerste jaar na de Brexit wil AHPA inregelen dat ze een robuust en onafhankelijk inzicht hebben in de handel in CITES-plichtige producten vanuit en naar het VK. APHA geeft in haar reactie aan open te staan voor alternatieve methodes om dat overzicht te genereren. Om die reden heeft APHA, conform het verzoek van Anthos, contact gelegd met de Nederlandse CITES-autoriteit. Daarbij zijn afspraken gemaakt voor de uitwisseling van informatie over de handel in CITES-plichtige producten tussen beide landen. APHA verwacht dat deze afspraken, samen met de dit jaar opgebouwde bekendheid met de Supply Chain vanuit Nederland, zal leiden tot een soepeler proces voor de afgifte van CITES-import permits voor producten waar in 2022 wederom een invoervergunning voor wordt aangevraagd.