Afgelopen maandag heeft Anthos overleg gevoerd met de NVWA en Naktuinbouw over een werkwijze op basis waarvan handelsbedrijven bereid zijn om op vrijwillige basis importmateriaal uit andere EU lidstaten te laten toetsen op Xylella fastidiosa (X.f.). Doel is om te voorkomen dat Xyllella fastidiosa in Nederland wordt geïntroduceerd en dat een vondst leidt tot afbakening van een gebied met een straal van 10 kilometer waaruit gedurende een periode van 5 jaar geen waardplanten mogen worden verhandeld.

Vrijwillige toetsing is voor individuele handelsbedrijven een extra element om vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid meer zekerheid te hebben dat geen besmet materiaal afkomstig uit andere lidstaten naar Nederland wordt gehaald en verder wordt verhandeld. Doel van het overleg was om in beeld te brengen aan welke eisen een locatie moet voldoen om te zorgen dat een eventuele positieve vondst (X.f. aangetroffen) op materiaal afkomstig uit een andere lidstaat niet leidt tot afbakening van een gebied in Nederland.

De NVWA heeft te kennen gegeven dat gebruik gemaakt zou kunnen worden van zogenoemde “Erkende inspectie locaties”. Dit zijn inspectielocaties bij bedrijven waar de fytosanitaire importinspectie wordt uitgevoerd op plantaardig materiaal dat in de EU wordt geïmporteerd. Bijgaand treft u een overzicht aan van eisen die gesteld worden aan deze inspectie locaties.

De NVWA kan op voorhand echter niet de garantie afgeven dat een vondst die gedaan wordt op basis van vrijwillige toetsing niet zal leiden tot afbakening in NL. Dit zal afhankelijk zijn van de specifieke situatie op het bedrijf. Het grootste risico is dat de insecten (o.a. cicaden), die als vector dienen bij de overdracht van Xylella fastidiosa, besmet zijn en vrij hebben kunnen rondvliegen. Als dit het geval is dan zal de NVWA moeten overgaan tot afbakening. De EU wetgeving ten aanzien van Xylella is strikt en andere EU lidstaten zullen om uitvoerige toelichting vragen wanneer een lidstaat besluit om bij een vondst niet over te gaan tot afbakening.

Belangrijk
Toetsing op Xylella fastidiosa is lastig, want de bacterie is heterogeen verdeeld in de plant/boom. De monstername is dus sterk bepalend voor de uitslag van de toets. Bovendien is het belangrijk om u te realiseren dat een toets een steekproef is en geen 100% zekerheid biedt. Dan zouden alle bomen getoetst moeten worden.
Vrijwillige toetsing waarbij door u te verhandelen partijen vrij worden bevonden van X.f vrijwaart u bovendien niet van afbakening in het geval dat in de omgeving van uw bedrijf een vondst van X.f wordt gedaan die leidt tot afbakening. Of als achteraf blijkt dat een door u verhandelde partij die op basis van de X.f toets vrij werd verklaard toch besmet blijkt te zijn en als op uw bedrijf dan nog bomen van die partij staan of dan besmette vectoren op uw bedrijf worden aangetroffen.

Anthos en de LTO vakgroep Bomen en vaste planten gaan op korte termijn met elkaar in overleg om de mogelijkheid te onderzoeken dat de Nederlandse overheid bij een vondst minder stringente maatregelen oplegt dan op basis van de EU wetgeving zijn voorgeschreven.