Met betrekking tot invasieve uitheemse soorten is in de EU in 2014 de verordening (EU) Nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad vastgesteld. De verordening is gericht op preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.
Op basis van de verordening heeft de Europese Commissie, op basis van risicobeoordelingen, een lijst van Invasieve uitheemse soorten opgesteld (‘Unielijst’). Over de lijst is gestemd in een Comité waarin lidstaten zijn vertegenwoordigd. Het Comité heeft over deze eerste Unielijst gestemd op 4 december j.l.. Daarbij is de lijst aangenomen (zie bijlage). Naar verwachting zal deze februari 2016 van kracht worden.
Invasieve uitheemse soorten worden uitsluitend opgenomen in de Unielijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen:

1. uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie;
2. uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een leefbare populatie te vormen en zich onder de huidige omstandigheden en in voorzienbare omstandigheden als gevolg van klimaatverandering in de omgeving te verspreiden in één biogeografische regio die door meer dan twee lidstaten wordt gedeeld of in één mariene subregio;
3. uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze waarschijnlijk aanzienlijke nadelige gevolgen zullen hebben voor de biodiversiteit of de aanverwante ecosysteemdiensten, en dat ze ook nadelige gevolgen kunnen hebben voor de menselijke gezondheid of de economie;
4. een uitgevoerde risicobeoordeling heeft aangetoond dat gecoördineerd optreden op Unieniveau nodig is om de introductie, vestiging of verspreiding van de soort te voorkomen;
5. het is waarschijnlijk dat het opnemen van de soort in de Unielijst de nadelige gevolgen ervan daadwerkelijk zal voorkomen, tot een minimum beperken of matigen.

De voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (‘Unielijst’) mogen niet opzettelijk:
1. op het grondgebied van de Unie worden binnengebracht, ook niet door middel van doorvoer onder douanetoezicht;
2. worden gehouden, ook niet in een gesloten omgeving;
3. worden gekweekt, ook niet in een gesloten omgeving;
4. naar, uit of binnen de Unie worden vervoerd, behalve om in het kader van uitroeiing naar voorzieningen te worden vervoerd;
5. in de handel worden gebracht;
6. worden gebruikt of uitgewisseld;
7. worden toegestaan zich voort te planten, te worden gekweekt of geteeld, ook niet in een gesloten omgeving; of
8. worden vrijgelaten in het milieu.

Voor nadere vragen heeft kunt u contact opnemen met H.J. Kloosterboer.